fiskers

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈfiskəɾʃ /
Woordafbreking
  • fis·kers
Naar frequentie 160097

Zelfstandig naamwoord

fiskers

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van fisk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.