flanst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  flanst    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • flanst

Werkwoord

vervoeging van
flansen

flanst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flansen
    • Jij flanst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flansen
    • Hij flanst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van flansen
    • Flanst! 

Gangbaarheid

  • Het woord flanst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.