flanste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  flanste    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • flans·te

Werkwoord

vervoeging van
flansen

flanste

  1. enkelvoud verleden tijd van flansen
    • Ik flanste. 
    • Jij flanste. 
    • Hij, zij, het flanste. 

Gangbaarheid

  • Het woord flanste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.