flater
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: flater (hulp, bestand)
- IPA: / ˈflatər / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- fla·ter
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de flater m
- ernstige, eenvoudig te voorkomen fout
- ▸ De pijn zit hem in al die gelijke spelen. Bij sc Heerenveen, bij FC Utrecht en zeker de 2-2 bij FC Emmen. Want hoe charmant een stuntende nieuwkomer ook is, dat PSV in Drenthe een 2-0 voorsprong weggaf lijkt de grootste flater in 297 eredivisieduels dit seizoen. Wat als PSV na het eerste tegendoelpunt was wakker geschud?[4]
Synoniemen
Typische woordcombinaties
- een flater slaan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
flateren |
flater
Gangbaarheid
- Het woord flater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flater" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ flater op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "flater" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Fabian van der Poll“Niet de beste zijn is voor PSV nog altijd moeilijk” (12 mei 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Elise Vanderelst geciteerd door Hans Jacobs“Wie is Elise Vanderelst (23), de Europese indoorkampioene 1.500m: “Ik heb geleerd dat ik niet minder waard ben als ik eens flater in een wedstrijd”” (6 maart 2021) op nieuwsblad.be
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.