flexbusje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  flexbusje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈflɛksbʏʃə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • flex·bus·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetflexbusjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord flexbus
     We hebben al veel eerder gezegd dat een flexbusje de beste oplossing is.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'flexbusje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Francien Maas geciteerd door Vanda van der Kooi
    “Wie betaalt het flexbusje voor Tongelre?” (21 juli 2017) op ed.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.