floepje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  floepje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • floep·je

Zelfstandig naamwoord

hetfloepjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord floep
    • Ze deed haar ogen dicht en tuitte haar lippen als een vis en zoog het snoepje met een floepje naar binnen. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord floepje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.