fluctueerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fluctueerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fluc·tu·eer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fluctueren |
fluctueerden
- meervoud verleden tijd van fluctueren
- Wij fluctueerden.
- Jullie fluctueerden.
- Zij fluctueerden.
- Wij fluctueerden.
Gangbaarheid
- Het woord fluctueerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.