fluir

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /fluˈiɾ /
Woordafbreking
  • fluir

Werkwoord

fluir

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fluir
fluía
fluido
volledig
  1. onovergankelijk stromen
  2. vlieten
  3. vloeien
  4. stromen uit, ontsnappen uit
Verwante begrippen
Synoniemen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.