fop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fop    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fop

Werkwoord

vervoeging van
foppen

fop

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van foppen
    • Ik fop. 
  2. gebiedende wijs van foppen
    • Fop! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van foppen
    • Fop je? 

Gangbaarheid

  • Het woord fop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.