forsake

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs to  forsake 
he/she/it  forsakes 
verleden tijd  forsook 
voltooid
deelwoord
 forsaken 
onvoltooid
deelwoord
 forsaking 
gebiedende wijs  forsake 

Werkwoord

forsake

  1. overgankelijk in de steek laten
  2. overgankelijk, (verouderd) afslaan, weigeren
  3. overgankelijk, (verouderd) uit de weg gaan, vermijden
  4. overgankelijk, (verouderd) niet toereikend zijn voor
  5. overgankelijk, (verouderd) teleurstellen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.