fotografeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fotografeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fo·to·gra·feer

Werkwoord

vervoeging van
fotograferen

fotografeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fotograferen
    • Ik fotografeer. 
  2. gebiedende wijs van fotograferen
    • Fotografeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fotograferen
    • Fotografeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord fotografeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.