fragen

Duits

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fragen
/ˈfʀaːgŋ̍/
fragte (frug)
/ˈfʀaːktə/
/fʀuːk/
gefragt
/gəˈfʀaːkt/
zwak

Klasse 6 sterk
gemengd

volledig
Uitspraak
  • IPA: /ˈfʀaːgŋ̍/
Woordafbreking
  • fra·gen

Werkwoord

fragen + accusatief

  1. vragen
    «Darf ich dich etwas fragen
    Mag ik je iets vragen?
  2. wederkerend sich ~ zich afvragen
    «Ich frage mich, kannst du mich retten?»
    Ik vraag me af of jij me kunt redden?
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.