frequenteert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  frequenteert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fre·quen·teert

Werkwoord

vervoeging van
frequenteren

frequenteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frequenteren
    • Jij frequenteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frequenteren
    • Hij frequenteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van frequenteren
    • Frequenteert! 

Gangbaarheid

  • Het woord frequenteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.