frequenteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: frequenteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fre·quen·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
frequenteren |
frequenteerde |
gefrequenteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
frequenteren
- overgankelijk vaak bezoeken
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord frequenteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frequenteren" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.