friemelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  friemelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • frie·me·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘peuteren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1889 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
friemelen
friemelde
gefriemeld
zwak -d volledig

Werkwoord

friemelen

  1. onrustig en zonder doel met vingers en handen bewegen
    • De stervende friemelde aan zijn dekens. 
    • De onrustige examenkandidaat stond aan zijn overhemd te friemelen. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord friemelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.