frommel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  frommel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • from·mel

Werkwoord

vervoeging van
frommelen

frommel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frommelen
    • Ik frommel. 
  2. gebiedende wijs van frommelen
    • Frommel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frommelen
    • Frommel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord frommel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.