ful

Niet te verwarren met: fül

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  ful    (hulp, bestand)
  • IPA: /fʉːl/
Woordafbreking
  • ful
stellend vergrotend overtreffend
ful
fulare
fulast

Bijvoeglijk naamwoord

ful

  1. lelijk
    «Han kan bara måla fula tavlor.»
    Hij kan alleen lelijke schilderijen schilderen.
Afgeleide begrippen
  • fulsnygg
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.