lelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lelijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlelək/ (2 lettergrepen); /ˈleːlək/
Woordafbreking
  • le·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen lelijklelijkerlelijkst
verbogen lelijkelelijkerelelijkste
partitief lelijkslelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

lelijk

  1. onprettig om naar te kijken, niet mooi
    • Dat is een lelijk huis. 
     En ineens stonden ze voor een hol en zagen achterin de gloed van een vuur. Er was een lelijk oud wijf dat, zachtjes mompelend, in een pot boven het vuur stond te roeren.[2]
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

lelijk ogen

Spreekwoorden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.