fundir

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • fun·dir

Werkwoord

fundir

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fundir
fundía
fundido
volledig
  1. onovergankelijk wegebben, faden (film), langzaam verdwijnen
  2. overgankelijk fuseren, samensmelten, samenvoegen
  3. smelten, gieten (van metaal)
  4. verbrassen (van geld)
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.