ga vooraf

Uitspraak

• Geluid:  ga vooraf    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ga voor·af

Woordherkomst en -opbouw

• uit ga (werkwoord) en vooraf (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

ga (...) vooraf

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorafgaan
   

   • Ik ga vooraf. 

2. gebiedende wijs van voorafgaan
   

   • Ga vooraf! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorafgaan
   

   • Ga je vooraf? 

4. aanvoegende wijs van voorafgaan

Gangbaarheid

• Het woord ga vooraf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.