gaapte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gaapte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gaap·te

Werkwoord

vervoeging van
gapen

gaapte

  1. enkelvoud verleden tijd van gapen
    • Ik gaapte. 
    • Jij gaapte. 
    • Hij, zij, het gaapte. 

Gangbaarheid

  • Het woord gaapte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.