gaf weer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gaf weer    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣɑf ˈwer/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • gaf weer
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
weergeven

gaf (…) weer

  1. enkelvoud verleden tijd van weergeven
    • Ik gaf weer. 
    • Jij gaf weer. 
    • Hij, zij, het gaf weer. 

Gangbaarheid

  • Het woord gaf weer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.