galoppeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: galoppeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ga·lop·peer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
galopperen |
galoppeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van galopperen
- Ik galoppeer.
- gebiedende wijs van galopperen
- Galoppeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van galopperen
- Galoppeer je?
Gangbaarheid
- Het woord galoppeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.