ganzenboertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ganzenboertje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gan·zen·boer·tje

Zelfstandig naamwoord

hetganzenboertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ganzenboer
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.