gapte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gapte (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɣɑptə/
Woordafbreking
- gap·te
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gappen |
gapte
- enkelvoud verleden tijd van gappen
- Ik gapte.
- Jij gapte.
- Hij, zij, het gapte.
- Ik gapte.
Gangbaarheid
- Het woord gapte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.