gastes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gastes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɑstəs / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- gas·tes
Woordherkomst en -opbouw
- gaste met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de gastes mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gaste
- Gastes zijn Hilde van Asperen (advokate in Rotterdam), Vicky (vluchtelige uit Zaïre) en Anja Langenhuizen(voorheen medewerkster van Vluchtelingenwerk in Rotterdam). [1]
Synoniemen
Opmerkingen
Gangbaarheid
- Het woord 'gastes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "Zondagmiddagsalon" in: De Waarheid jrg. 48 nr. 101 (23 maart 1988); p. 6 kol. 2; geraadpleegd 2017-08-02
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“3.5.3 Meervoud op -s” (januari 2019), punt [3] op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gastar |
gastes
- aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van gastar
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van gastar
vervoeging van |
---|
gastarse |
gastes
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.