gastlesje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gastlesje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gast·les·je

Zelfstandig naamwoord

hetgastlesjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gastles
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.