gedijt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gedijt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·dijt

Werkwoord

vervoeging van
gedijen

gedijt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gedijen
    • Jij gedijt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gedijen
    • Hij gedijt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gedijen
    • Gedijt! 

Gangbaarheid

  • Het woord gedijt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.