gekscheren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gekscheren    (hulp, bestand)
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
gekscherengekscherend
Woordafbreking
  • gek·sche·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘spotten’ voor het eerst aangetroffen in 1701 [1]
  • Verkorting van de geck scheeren (de gek scheren[2])[3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gekscheren
gekscheerde
gegekscheerd
zwak -d volledig

Werkwoord

gekscheren [4]

  1. inergatief. de draak met iets steken, een grap maken
    • "Dan zul je daar de Nobelprijs wel voor krijgen!" gekscheerde hij vrolijk. 
Opmerkingen
  • Vormen anders dan het onvoltooid deelwoord worden weinig meer gebruikt.
Afgeleide begrippen
  • gekscheerder
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gekscheren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.