gelief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gelief    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·lief

Werkwoord

vervoeging van
gelieven

gelief

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelieven
    • Ik gelief. 
  2. gebiedende wijs van gelieven
    • Gelief! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelieven
    • Gelief je? 

Gangbaarheid

  • Het woord gelief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.