gelieven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gelieven (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈlivə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ge·lie·ven
Woordherkomst en -opbouw
- ww: erfwoord via Middelnederlands gelieven van Oudnederlands gilieven, in de betekenis van ‘lief zijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901; op te vatten als afgeleid van lieven met het voorvoegsel ge- [1][2][3]
- zn: alleen meervoud van Middelnederlands gelief bn / ghelief bn "van elkaar houdend", op te vallen als afgeleid van lief bn met het voorvoegsel ge- [4] [5]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gelieven |
geliefde |
geliefd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
gelieven
- onovergankelijk met meewerkend voorwerp aangenaam voorkomen, plezier doen, goed vinden
- Het geliefde hem niet daaraan mee te doen.
- Dan moet Koornhert om hem te gelieven met opzet uitdrukkelik [sic!] over ‘de schrijvers’ hebben gesproken. [6]
- overgankelijk aangenaam zijn, plezier doen, goed vinden (van een handeling die door een werkwoord wordt uitgedrukt)
- Gelieve de deur te sluiten.
- Ik zie evenwel niet in dat temperament (of wat men daar alzo onder gelieft te verstaan) en weelderigheden niet te verenigen zouden zijn met iets meer beschaving, een weinig meer zelfkritiek en een enkel atoom goede smaak. [7]
- Gij hebt mij haar tot bruid gelieven te schenken; zij gaat mijne gezellinne zijn in het dierbaar vaderland..... [8]
Synoniemen
Verwante begrippen
- welwillend zijn, zo goed zijn om te
Vertalingen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | gelieven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de gelieven mv
Gangbaarheid
- Het woord gelieven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gelieven" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[10] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ gelieven (behagen, goedvinden) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "gelieven" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ gelieven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tinbergen, D.C."De ‘Twe-spraack vande Nederduitsche Letterkunst’." in: De Nieuwe Taalgids. jrg. 8 nr. 3 (mei 1914) J.B. Wolters, Groningen; p. 117; geraadpleegd 2019-10-30
- ↑ Pijper, W. (ed. A. van Dijk)"Toonkunst: 16 maart 1921" in: Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947). deel 1 (2011) Koninklijke Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, Utrecht / Willem Pijper Stichting, Den Haag; ISBN 978 90 6375 217 0; p. 456; geraadpleegd 2019-10-30
- ↑ Conscience, H.Volledige werken 6. Simon Turchi. (1912) J. Lebègue, Brussel; p. 318; geraadpleegd 2019-10-30
- ↑ Weblink bron Bruno van Wayenburg e.a.“Penetratie is niet heilig en zeven andere seksweetjes” op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.