gelukken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gelukken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·luk·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gelukken
gelukte
gelukt
zwak -t volledig

Werkwoord

gelukken [2]

  1. onovergankelijk (formeel) een voorspoedige afloop hebben
Hyponiemen
  • welgelukken

Zelfstandig naamwoord

degelukkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord geluk

Gangbaarheid

  • Het woord gelukken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.