genegen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  genegen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·ne·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘lust tot iets hebbend’ voor het eerst aangetroffen in 1480 [1]
  • vervoeging van nijgen: de stam met omvoegsel ge- -en en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)

Werkwoord

vervoeging van: nijgen…
geen verbogen vorm

genegen

  1. voltooid deelwoord van nijgen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord genegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.