gepaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gepaard    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·paard
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: paren…
verbogen vorm: gepaarde

gepaard

  1. voltooid deelwoord van paren
  2. ~ gaan met tegelijkertijd optreden, onlosmakelijk verbonden zijn
    • Een onweersbui gaat vaak gepaard met slagregens, hagel en windstoten. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gepaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.