gepeperd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gepeperd    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈpepərt/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /χəˈpepərt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ɣəˈpepərt/
    • (Limburg): /ɣəˈpepərd/
Woordafbreking
  • ge·pe·perd
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gepeperdgepeperdergepeperdst
verbogen gepeperdegepeperderegepeperdste
partitief gepeperdsgepeperders-

Bijvoeglijk naamwoord

gepeperd

  1. met peper erin
    • Deze soep is zeer sterk gepeperd. 
    • Dit is een zeer sterk gepeperde soep. 
    • Ik zou graag iets gepeperds hebben. 
  2. duur
    • Dat is een gepeperde rekening. 

Werkwoord

vervoeging van: peperen…
verbogen vorm: gepeperde

gepeperd

  1. voltooid deelwoord van peperen

Gangbaarheid

  • Het woord gepeperd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.