gesteld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gesteld    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈstɛlt/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /χə.ˈstɛɫt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ɣə.ˈstɛɫt/
    • (Limburg): /ɣə.ˈstɛld/
Woordafbreking
  • ge·steld
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gehecht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1451 [1]
  • vervoeging van stellen: de stam met omvoegsel ge- -d [2] [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gesteld
verbogen gestelde

Bijvoeglijk naamwoord

gesteld [3] [4]

  1. in een bepaalde toestand verkerend (bij samenstellingen omschreven in het eerste lid)
Afgeleide begrippen
Hyponiemen
Antoniemen

Werkwoord

vervoeging van: stellen…
verbogen vorm: gestelde

gesteld

  1. voltooid deelwoord van stellen
  2. vormt de lijdende vorm
     ‘Wat vindt je vrouw ervan dat je zo lang weg bent?’ Deze vraag werd mij veelvuldig gesteld, zowel van tevoren als bij terugkomst.[5]

Gangbaarheid

  • Het woord gesteld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.