getuigd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  getuigd    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈtœyxt/ (2 lettergrepen); /ɣəˈtɶyɣt/
Woordafbreking
  • ge·tuigd
Woordherkomst en -opbouw
  • pseudodeelwoord afgeleid van  tuig zn  met het omvoegsel ge- -d, of: vervoeging van tuigen: de stam met omvoegsel ge- -d [1]
  • vervoeging van getuigen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van: getuigen…
verbogen vorm: getuigde

getuigd

  1. voltooid deelwoord van getuigen

Werkwoord

vervoeging van: tuigen…
geen verbogen vorm

getuigd

  1. voltooid deelwoord van tuigen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen getuigdgetuigdergetuigdst
verbogen getuigdegetuigderegetuigdste
partitief getuigdsgetuigders-

Bijvoeglijk naamwoord

getuigd

  1. voorzien van tuig of tuigage
    • (...) de dichter vergelijkt zich met een getuigd paard dat een riem (vorbouch) voor de borst (bouch) heeft (..) [2]
    • Bilderdijk tekent echter een dwarsscheeps getuigd schip: (...) [3]
Antoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord getuigd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.