geuzen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geuzen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • geu·zen
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Franse 'gueux' (= bedelaars, schooiers). Zo noemde volgens de overlevering raadsman Berlaymont de edelen die in 1566 een smeekschrift aanboden aan de Spaanse landvoogdes Margaretha van Parma. De geuzen zouden deze term hebben overgenomen als erenaam/ Geuzennaam.

Zelfstandig naamwoord

degeuzenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord geus
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord geuze

Gangbaarheid

  • Het woord geuzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.