gezien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gezien    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈzin/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /χəˈzin/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˈzin/
Woordafbreking
  • ge·zien
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van zien: de stam met omvoegsel ge- -en
  • als voorzetsel voor het eerst aangetroffen in 1921 [1]

Werkwoord

vervoeging van: zien…
verbogen vorm: geziene

gezien

  1. voltooid deelwoord van zien
     Waarom had ik geen donder gehoord of bliksem gezien tijdens mijn tocht omhoog?[2]
Antoniemen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen geziengezienergezienst
verbogen gezienegezieneregezienste
partitief geziensgezieners-

Bijvoeglijk naamwoord

gezien [3] [4]

  1. geacht, in aanzien
Uitdrukkingen en gezegden
  • Mij niet gezien.
Dat ga ik niet doen, daar ga ik niet aan beginnen, dat is niets voor mij
Vertalingen

Voorzetsel

gezien [5]

  1. met het oog op, rekening houdend met
Verwante begrippen
  • naar aanleiding van

Gangbaarheid

  • Het woord gezien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.