ging kapot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ging kapot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ging ka·pot
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
kapotgaan

ging kapot

  1. enkelvoud verleden tijd van kapotgaan
    • Ik ging kapot. 
    • Jij ging kapot. 
    • Hij, zij, het ging kapot. 

Gangbaarheid

  • Het woord ging kapot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.