gipste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gipste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gips·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gipsen |
gipste
- enkelvoud verleden tijd van gipsen
- Ik gipste.
- Jij gipste.
- Hij, zij, het gipste.
- Ik gipste.
Gangbaarheid
- Het woord gipste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.