glaceer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  glaceer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gla·ceer

Werkwoord

vervoeging van
glaceren

glaceer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glaceren
    • Ik glaceer. 
  2. gebiedende wijs van glaceren
    • Glaceer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glaceren
    • Glaceer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord glaceer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.