glooien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  glooien    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • glooi·en
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘met een flauwe helling aflopen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1640 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
glooien
glooide
geglooid
zwak -d volledig

Werkwoord

glooien

  1. absoluut een lichte helling vertonen
    • De weide glooit steeds meer naarmate je verder van het beekje komt. 

Gangbaarheid

  • Het woord glooien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.