gniffel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gniffel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gnif·fel

Werkwoord

vervoeging van
gniffelen

gniffel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gniffelen
    • Ik gniffel. 
  2. gebiedende wijs van gniffelen
    • Gniffel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gniffelen
    • Gniffel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord gniffel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.