gniffelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gniffelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gnif·fel·de

Werkwoord

vervoeging van
gniffelen

gniffelde

  1. enkelvoud verleden tijd van gniffelen
    • Ik gniffelde. 
    • Jij gniffelde. 
    • Hij, zij, het gniffelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord gniffelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.