gode

Deens

Woordafbreking
  • go·de
Naar frequentie 282

Bijvoeglijk naamwoord

gode, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van god

gode, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van god


Noors

Woordafbreking
  • go·de
Naar frequentie 350

Bijvoeglijk naamwoord

gode, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van god

gode, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van god


Nynorsk

Woordafbreking
  • go·de

Bijvoeglijk naamwoord

gode, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van god

gode, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van god
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.