goedwillenden

Uitspraak

• Geluid:  goedwillenden    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɣutwɪləndə(n) / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• goed·wil·len·den

Woordherkomst en -opbouw

•  goedwillende zn  met de uitgang -en

Zelfstandig naamwoord

de goedwillenden mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord goedwillende

   ▸ De gewelddadige betogers – zo te horen overwegend Duitsers en Britten – vormen slechts een kleine minderheid. Maar de vele goedwillenden kunnen weinig tegen hen uitrichten.^[1]

Gangbaarheid

• Het woord 'goedwillenden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen