goochelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: goochelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- goo·chel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
goochelen |
goochelde
- enkelvoud verleden tijd van goochelen
- Ik goochelde.
- Jij goochelde.
- Hij, zij, het goochelde.
- Ik goochelde.
Gangbaarheid
- Het woord goochelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.