gouvernementeel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gouvernementeel (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɣuvərnəmɛnˈtel / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- gou·ver·ne·men·teel
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van gouvernement met het achtervoegsel -eel [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gouvernementeel | gouvernementeler | gouvernementeelst |
verbogen | gouvernementele | gouvernementelere | gouvernementeelste |
partitief | gouvernementeels | gouvernementelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gouvernementeel
- betrekking hebbend op, uitgaand van de overheid
- ▸ „De opstelling van de afdeling was echter gouvernementeel en de noodzakelijke onpartijdige attitude heeft ontbroken”, schrijft hij onomwonden.[2]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord gouvernementeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Folkert Jensma“Affaire rond toeslagen is op en top Haags product” (9 januari 2021) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.