grensde aan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grensde aan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • grens·de aan

Werkwoord

vervoeging van
aangrenzen

grensde aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aangrenzen
    • Ik grensde aan. 
    • Jij grensde aan. 
    • Hij, zij, het grensde aan. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.